vervoeging van
espetar

espetaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van espetar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van espetar
vervoeging van
espetarse

espetaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van espetarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van espetarse