epistemologie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  epistemologie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• epis·te·mo·lo·gie

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘kennisleer’ voor het eerst aangetroffen in 1931
• afgeleid van het Griekse: 'epistèmè' (vaardigheid, kennis, wetenschap) met het achtervoegsel -logie

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	epistemologie	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de epistemologie v

1. (wetenschap) wetenschap van de wetenschappen, kennisleer, kennistheorie

Synoniemen

• kennistheorie, kennisleer

Verwante begrippen

• epistemologisch, epistemoloog

Vertalingen

    1.   

Fins: tietoteoria (fi), epistemologia (fi)

Spaans: epistemología (es) v

Gangbaarheid

• Het woord epistemologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "epistemologie" herkend door:

55 %	van de Nederlanders;
69 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.