vervoeging van
entrer

entres

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van entrer
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van entrer


vervoeging van
entrar

entres

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van entrar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van entrar