Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·ter·tai·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord entertainer entertainers
verkleinwoord entertainertje entertainertjes

Zelfstandig naamwoord

de entertainerm

  1. artiest die het publiek met liedjes, grapjes en verhalen vermaakt
    • Het zal geen toeval zijn dat Arjen Lubach en zijn eindredacteur Janine Abbring uit Groningen komen. Ook entertainer Freek de Jonge, geboren in die provincie, voert al een tijdje actie tegen het afschepen van mensen op een manier waar de NAM in de Randstad vermoedelijk niet mee weg zou komen. [2] 
     Hij was een bescheiden Britse kostschooljongen met een keurig Engels accent die, eenmaal op het podium, in een echte entertainer veranderde en als een kleine Mark Knopfler een weergaloze gitaarsolo neerzette.[3]
Synoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. entertainer op website: Etymologiebank.nl
  2. NRC Hans Beerekamp 30 januari 2017
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be