enquêteformulier

  • en·quê·te·for·mu·lier
enkelvoud meervoud
naamwoord enquêteformulier enquêteformulieren
verkleinwoord enquêteformuliertje enquêteformuliertjes

het enquêteformuliero

  1. papier met voorbedrukte vragen dat men gebruikt bij een enquête
     In Nederland zijn ruim 800 priesters maatschappelijk actief, in onder meer parochies, ziekenhuizen en gevangenissen. Het programma stuurde ruim 700 van hen een enquêteformulier. 135 priesters vulden het formulier in.[2]
     De NOS vroeg wethouders van Randstad-gemeenten hoe ze aankijken tegen de ontwikkeling van lightrail, een soort combinatie tussen trein, metro en tram. Het ging onder meer over plannen die er liggen en de vraag of de Rijksoverheid er in hun ogen voldoende geld voor vrijmaakt. Rosier liet het enquêteformulier liggen, maar pakte de telefoon: "Kom maar langs, dan laat ik het je hier zien hoe we ervoor staan."[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Priesters verdeeld over celibaat” (29-05-2012), NOS
  3.   Weblink bron
    Marc Hamer
    “Wethouders Randstad: nu meer geld voor lightrail, 'anders loopt het vast'” (05-01-2018), NOS