enojara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enojar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enojar
enojara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enojarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enojarse