enharmonisch
- en·har·mo·nisch
- Afgeleid van enharmonie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | enharmonisch | enharmonischer | |
verbogen | enharmonische | enharmonischere | |
partitief | enharmonisch | enharmonischers | - |
enharmonisch
- (muziek) het verschillend kunnen benoemen van een muziektoon. In de gelijkzwevende stemming is er geen onderscheid meer tussen het bereiken van een toon door verhoging of door verlaging
- We kunnen de zwarte toetsen van een piano: cis, dis, fis, gis, aïs noemen, maar door enharmonisch verwisseling ook: des, es, ges, as en bes.
1. enharmonisch
- Het woord enharmonisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.