vervoeging van
enfrascar

enfrascaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enfrascar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enfrascar
vervoeging van
enfrascarse

enfrascaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enfrascarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enfrascarse