vervoeging van
encabezar

encabezase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van encabezar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van encabezar
vervoeging van
encabezarse

encabezase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van encabezarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van encabezarse