vervoeging van
enarenar

enarenaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enarenar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enarenar
vervoeging van
enarenarse

enarenaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enarenarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enarenarse