enarcaba
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enarcar
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enarcar
enarcaba
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enarcarse
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enarcarse