Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • em·mer·zeil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord emmerzeil emmerzeilen
verkleinwoord emmerzeiltje emmerzeiltjes

Zelfstandig naamwoord

het emmerzeilo

  1. (scheepvaart) een trapeziumvormig zeil aan de voorste mast op een logger
    • Meneer, wat is een emmerzeil precies? 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid