vervoeging van
embrutecer

embrutezca

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van embrutecer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van embrutecer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van embrutecer