embrutezcáis
vervoeging van |
---|
embrutecer |
embrutezcáis
- aanvoegende wijs tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van embrutecer
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van embrutecer
vervoeging van |
---|
embrutecer |
embrutezcáis