embruteciese
vervoeging van |
---|
embrutecer |
embruteciese
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van embrutecer
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van embrutecer
vervoeging van |
---|
embrutecer |
embruteciese