vervoeging van
embargar

embargue

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van embargar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van embargar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van embargar