elven
Niet te verwarren met: Elfen, elfen |
- el·ven
de elven mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord elf
- Er stonden twee Romeinse elven (XI) op de lijst en dat schiep enige verwarring
- In de betekenis van elf als mythisch wezen is het correcte meervoud elfen, hoewel door de boeken van J.R.R. Tolkien de vorm elven toenemend in gebruik gekomen is.
elven
- Zij waren met zijn elven.
Zij waren elf in getal.
- Het woord elven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- el·ven
elven, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van elv
- el·ven
Naar frequentie | 2559 |
---|
elven, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van elv (betekenis: rivier)
elven, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van elv (betekenis: : elf)
- el·ven
elven, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van elv (betekenis: elf)