vervoeging van
eludir

eludía

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van eludir
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van eludir
vervoeging van
eludirse

eludía

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van eludirse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van eludirse