Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • elf·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

elfjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van elfjarig
    • Telkens na een elfjarige periode is er weer een maximum in het aantal zonnevlekken. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord elfjarige elfjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de elfjarigev / m

  1. levend wezen dat 11 jaar oud is of iets dat 11 jaar bestaat
    • De elfjarige ging naar een basisschool in de buurt. 
Schrijfwijzen
Vertalingen

Gangbaarheid