elektriciteitsverbruik

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • elek·tri·ci·teits·ver·bruik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord elektriciteitsverbruik -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het elektriciteitsverbruiko

  1. (elektrotechniek) het verbruik aan elektriciteit in een bepaalde periode (uitgedrukt in b.v. kilowattuur)
     Voor de Nederlandse kust staan nu al 462 windmolens. Tot 2030 komen daar nog zeker 750 bij en daarna mogelijk nog meer. In 2030 komt 70 procent van het Nederlandse elektriciteitsverbruik uit wind- en zonne-energie. Meer dan de helft daarvan zal van windenergie op zee komen.[1]

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Jetten: belang natuur weegt zwaar bij aanleg windpark op zee” (16 mei 2022), NOS