elektriciteitskast
- elek·tri·ci·teits·kast
- samenstelling van elektriciteit en kast met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elektriciteitskast | elektriciteitskasten |
verkleinwoord | elektriciteitskastje | elektriciteitskastjes |
- een ruimte waarin de elektriciteit van het net door het huis wordt verdeeld
- Op de elektriciteitskast zitten schakelaars voor de zekeringen van de groepen van de elektrische installatie in huis.
- Het woord elektriciteitskast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.