elektriciteitskast

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • elek·tri·ci·teits·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord elektriciteitskast elektriciteitskasten
verkleinwoord elektriciteitskastje elektriciteitskastjes

Zelfstandig naamwoord

de elektriciteitskastv / m

  1. een ruimte waarin de elektriciteit van het net door het huis wordt verdeeld
    • Op de elektriciteitskast zitten schakelaars voor de zekeringen van de groepen van de elektrische installatie in huis. 

Gangbaarheid