• eind·re·ke·ning
enkelvoud meervoud
naamwoord eindrekening eindrekeningen
verkleinwoord

de eindrekeningv

  1. de laatste, afsluitende rekening waarin eerdere betalingen zijn verwerkt
    • De eindrekening zal veel hoger liggen, aldus de spoorbaas. Bij de berekening is er namelijk nog geen rekening gehouden met abonnementshouders en de extra bussen die ingezet werden. [2] 
     En dus liet hij installateurs zijn huis zo zuinig mogelijk maken. Er kwam een luchtwarmtepomp, een geavanceerd ventilatiesysteem, goede isolatie, driedubbel glas en op het dak kwamen 22 zonnecollectoren. Je hoort vaak verhalen in de media over '0-op-de-meter-woningen', maar ondanks alle maatregelen zijn de energiekosten niet helemaal verdampt, zegt Blaauw. Hij denkt dat hij ongeveer 200 euro per maand bespaart ten opzichte van zijn vorige huis, maar de exacte bedragen weet hij pas bij de eindrekening.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Telegraaf 16 jul. 2014 Spoorstaking België kostte 1,3 miljoen
  3.   Weblink bron “Half miljard voor zuinige huurwoningen, maar wat te doen met je koophuis?” (Donderdag 20 december 2018, 21:03), NOS