Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ei·er·rek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eierrek eierrekken
verkleinwoord eierrekje eierrekjes

Zelfstandig naamwoord

het eierreko

  1. een speciaal opbergvak in de ijskast voor eieren
    • Haal alle losse onderdelen, zoals flessenhouder, eierrekje, groentela, los en was ze in de spoelbak met afwasmiddel en heet water. [2] 
    • De start-up achter het smart home platform Wink, Quirky, heeft faillissement aangevraagd. Het bedrijf dat zichzelf omschrijft als een 'revolutionaire online ideeënfabriek en marktplaats' zegt dat het bankroet veroorzaakt is omdat het er niet in geslaagd is de kosten te beheren van zijn ongewone gadgets als de Egg Minder, een digitaal eierrekje dat bijhoudt hoeveel eieren er nog in de koelkast staan en lang ze daar al staan. [3] 
  2. kartonnen verpakking voor eieren
    • „De CHP moet zijn duistere kanten nog onder ogen komen”, zegt Ferhat Tunc, een alevitische Koerd. Tunc spreekt tussen de eierrekken aan de muur van een kleine opnamestudio in Istanbul. Hier zingt hij in het lokale dialect van het vroegere Dersim over de gebeurtenissen van de eind jaren dertig. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen