eierhandelaarster
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: eierhandelaarster (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɛijərhɑndəˌlarstər/
Woordafbreking
- ei·er·han·de·laar·ster
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van eierhandelaar met het achtervoegsel -ster
- samenstelling van ei en handelaarster met het invoegsel -er-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eierhandelaarster | eierhandelaarsters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de eierhandelaarster v
- (beroep) vrouw die eieren verkoopt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'eierhandelaarster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.