eenhonderdtweeëntwintig
0 | 1 | 2 | 2 |
eenhonderdtweeëntwintig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: eenhonderdtweeëntwintig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərˈtwejənˌtwɪntəx / (7 lettergrepen)
- een·hon·derd·tweeën·twin·tig, een·hon·derd·twee·en·twin·tig
- samenstelling van eenhonderd ht en tweeëntwintig ht
eenhonderdtweeëntwintig
- "122", langere vorm van honderdtweeëntwintig, honderd plus tweeëntwintig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdtweeëntwintig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdtweeëntwintig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- honderdtweeëntwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdtweeëntwintig" ht als linkerdeel
- Het woord 'eenhonderdtweeëntwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.