eenhonderdachtenveertig
0 | 1 | 4 | 8 |
eenhonderdachtenveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: eenhonderdachtenveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈɑxtənˌfertəx / (7 lettergrepen)
- een·hon·derd·acht·en·veer·tig
- samenstelling van eenhonderd ht en achtenveertig ht
eenhonderdachtenveertig
- "148", langere vorm van honderdachtenveertig, honderd plus achtenveertig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdachtenveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdachtenveertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- honderdachtenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdachtenveertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'eenhonderdachtenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.