een blauwtje lopen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • een blauw·tje lo·pen
Woordherkomst en -opbouw

verbinding van  een, blauwtje  en lopen, waarin "blauwtje" (figuurlijk) verwijst naar een blauwe plek die je oploopt als je je stoot [1]

Werkwoord

een blauwtje lopen

  1. worden afgewezen door iemand die je amoureus benaderd hebt
    • Zo geviel het dat ik hem inderdaad mijn uitdrukkelijk nee-woord heb gegeven. Een dramatisch moment: de trein stopte juist even; in de plotselinge stilte vroeg de cadet met welhaast brekende ogen: ‘Nee, William?’, waarop ik hardvochtig herhaalde: ‘Nee!’ De eerste politieagent, waarschijnlijk, die ik een blauwtje heb laten lopen. [2]
  2. een afwijzing krijgen op een voorstel
    • Het blauwtje, dat een parlementaire delegatie in Den Haag liep met het voorstel een nauwe unie tussen de twee republieken tot stand te brengen, wierp extra olie op het vuur. [3]
Synoniemen
Typische woordcombinaties
  • een blauwtje laten lopen
    afwijzen, weigeren een verzoek in te willigen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen