eedaflegging
  • eed·af·leg·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord eedaflegging eedafleggingen
verkleinwoord

de eedafleggingv

  1. de keer dat men een plechtige gelofte aflegt bij het aanvaarden van een ambt
     Trump claimde dat er bij zijn eedaflegging meer mensen waren. De National Park Service kreeg daarop een tijdelijk twitterverbod opgelegd, maar sommige parken bleven daarna kritische tweets verspreiden over klimaatverandering. Die werden later weer verwijderd.[2]
     De voorzitter van de Constitutionele Raad leest de verkiezingsuitslag voor waarna Macron een korte toespraak houdt. Er is geen officiële eedaflegging, zoals in de Verenigde Staten wordt gedaan, met een bijbel en een opperrechter. In Frankrijk is er een groet aan de nationale driekleur en wordt vervolgens het volkslied gezongen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Trump schenkt eerste salaris aan kritische monumentenzorg” (04-04-2017), NOS
  3.   Weblink bron “Macron wordt beëdigd, maar hoe gaat dat in zijn werk?” (14-05-2017), NOS