echografie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: echografie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- echo·gra·fie
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘registratie van de gegevens van echopeiling’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- afgeleid van echo met het achtervoegsel -grafie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | echografie | echografieën |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de echografie v
- (medisch) beeld (of foto) van organen dat gemaakt wordt via geluidsgolven die worden teruggekaatst
- Tijdens de zwangerschap wordt vaan een echografie gemaakt.>
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. beeld (of foto) van organen dat gemaakt wordt via geluidsgolven die worden teruggekaatst
Gangbaarheid
- Het woord echografie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "echografie" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "echografie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be