echelonneren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: echelonneren (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɛʃəlɔˈnerə(n) / (5 lettergrepen)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
echelonneren |
echelonneerde |
geëchelonneerd |
zwak -d | volledig |
Woordafbreking
- eche·lon·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans
Werkwoord
echelonneren [1]
- (militair) opstellen in opeenvolgende rijen
- (medisch) de gezondheidszorg zo organiseren dat een patiënt behandeld wordt op een zo eenvoudig mogelijk niveau en als dat niet mogelijk is verwezen wordt naar een hoger niveau
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord echelonneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.