Nederlands

 
dwarsdoorsnede van een wortel
Uitspraak
Woordafbreking
  • dwars·door·sne·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dwarsdoorsnede dwarsdoorsneden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dwarsdoorsnedev / m

  1. vlak dat je kunt zien als je iets doorsnijdt loodrecht op de lengteas en dat dus normaliter verborgen blijft
    • Een gat in de weg kan het begin zijn van een revolutie, een nieuw leven. Niet voor niets hadden de Franse studenten in mei 1968 als slogan: ‘sous les pavés, la plage!’ Onder de straatstenen het zand! Onder het betegelde, dichtgetikte leven zit het paradijs. Als de straat is opgebroken en je een dwarsdoorsnede van de aardkorst ziet, krijg je al een glimp van die andere werkelijkheid: de hele straat lijkt vreemder, opener, vol kansen.[2] 
  2. een voorbeeld dat een goede afspiegeling is van het geheel
    • Zilveren Kruis stuitte op opzetjes waarbij de wijkverpleegkundige eenderde van de zorgomzet in eigen zak stak en tweederde naar de malafide instelling ging. Ook wordt soms samenspanning met patiënten vermoed, want die zijn volgens de verzekeraar „geen dwarsdoorsnede van de bevolking”. Zilveren Kruis pleit voor een verplichte verklaring van goed gedrag voor zorgbestuurders als voorwaarde voor een vergoeding. Nu moeten verzekeraars verplicht driekwart vergoeden, ook als instellingen vanwege twijfels over de integriteit geen contract hebben gekregen.[3]  
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Arjen van Veelen 24 februari 2017
  3. NRC Jeroen Wester 7 april 2017