• dwaal·tuin
  • Leenvertaling uit het Duits Irrgarten , sedert 1890.
enkelvoud meervoud
naamwoord dwaaltuin dwaaltuinen
verkleinwoord dwaaltuintje dwaaltuintjes

de dwaaltuinm

  1. (verouderd) doolhof; tuin met verrassingen en verwarrende gangen
    • Zoo is er b. v. in het Panopticum - als uwen lezers bekend is - onlangs een tuin met verrassingen aangebracht, ik meen door een Berlijner, althans de naam "dwaaltuin" [Irrgarten] maakt de herkomst voldoende openbaar. Waartoe echter alweêr zulk een Germanisme, terwijl toch de naam "doolhof" hier inheemsch en geijkt is?[1] 


  • dwaal·tuin
enkelvoud meervoud
naamwoord dwaaltuin dwaaltuine
  1. doolhof
    «Maar 'n mens kan nie in hiérdie dwaaltuin verdwaal nie.[1]»
    Maar in dit doolhof kun je niet verdwalen.
  1. Langverlof
    Annemari Coetser
    Tafelberg, 2008,

    ISBN 9780624046646