Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dui·nen·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duinenrij duinenrijen
verkleinwoord duinenrijtje duinenrijtjes

Zelfstandig naamwoord

de duinenrijv / m

  1. een doorlopende serie duinen die samen een zweewering vormen
    • Bij een halfjaarlijks schoonmaakbezoek aan het eiland door vrijwilligers van de stichting ontdekte men dat een duinenrij van circa 100 meter breed de afgelopen winter door een storm is weggeslagen, zo meldt persbureau Novum. [2] 
    • Koning Willem-Alexander heeft vrijdagmiddag in Noordwijk een nat pak opgelopen bij de opening van het nieuwe Museum Engelandvaarders in een voormalige Duitse bunker. Het stortregende op het moment dat hij met de 94-jarige Engelandvaarder Eddie Jonker het doek voor de naam van het museum in de Noordwijkse duinenrij wegtrok. [3] 

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen