dubbelloop
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dubbelloop (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dub·bel·loop
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dubbel bn en loop zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dubbelloop | dubbellopen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- vuurwapen met twee lopen waarmee men kort na elkaar twee keer kan schieten
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord dubbelloop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.