dubbelglas
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dubbelglas (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dub·bel·glas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dubbelglas | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het dubbelglas o
- glas bestaande uit twee glasplaten met een luchtlaag daar tussenin waardoor het een warmte isolerende werking heeft
- ▸ Als je je huis gaat verkopen of verhuren, ben je verplicht het voorlopige energielabel om te zetten in een definitief label. Daarbij heb je de mogelijkheid om de overheid te laten weten hoe je huis er echt aan toe is: dat je een energiezuinige cv-ketel, dubbelglas of een zonneboiler hebt bijvoorbeeld. Of dat je onlangs nog je vloer of dak hebt geïsoleerd.[2]
- ▸ Veel schade hebben de bevingen niet aangericht, alleen de ramen waren wat ontzet. "Omdat er vocht tussen het dubbelglas kwam werden ze wazig. Veel van die ramen hebben we vervangen." De Nederlandse Aardolie Maatschappij betaalde de kosten slechts deels.[3]
Gangbaarheid
- Het woord dubbelglas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Negatief energielabel in de bus, wat nu?” (Dinsdag 6 januari 2015, 13:10), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“'Ik raak m'n huis aan de straatstenen niet kwijt'” (Zaterdag 21 maart 2015, 15:49), NOS