vervoeging van
drogar

drogase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van drogar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van drogar
vervoeging van
drogarse

drogase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van drogarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van drogarse