Nederlands

drive-in hamburgerrestaurant
Uitspraak
Woordafbreking
  • drive-in
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord drive-in drive-ins
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de drive-inm

  1. een voorziening zoals een bank, restaurant, bioscoop of zelfs een kerk waar iemand letterlijk met een auto doorheen kan rijden om bediend te worden
    • McDonalds heeft een drive-in faciliteit. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen