driehonderdzesenveertigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·zes·en·veer·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de driehonderdzesenveertigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord driehonderdzesenveertig

Gangbaarheid