driehonderdenzevenenzestig

Nederlands

0	3	6	7

driehonderdenzevenenzestig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  driehonderdenzevenenzestig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈzevənənˌsɛstəx / (9 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'driehonderdennegenenzestig': /ˌdrihɔndərtɛnˈzøvənənˌsɛstəx/

Woordafbreking

• drie·hon·derd·en·ze·ven·en·zes·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  driehonderd ht,   en vw  en  zevenenzestig ht 

Hoofdtelwoord

driehonderdenzevenenzestig

1. "367", langere vorm van driehonderdzevenenzestig, driehonderd plus zevenenzestig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft driehonderdenzevenenzestig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenzevenenzestig. 

Synoniemen

• driehonderdzevenenzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdenzevenenzestig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• driehonderdenzevenenzestigste

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenzevenenzestig" ht als linkerdeel

• driehonderdenzevenenzestigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'driehonderdenzevenenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.