driehonderdenzevenentachtig
0 | 3 | 8 | 7 |
driehonderdenzevenentachtig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: driehonderdenzevenentachtig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈzevənənˌtɑxtəx / (9 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'driehonderdennegenentachtig': /ˌdrihɔndərtɛnˈzøvənənˌtɑxtəx/
- drie·hon·derd·en·ze·ven·en·tach·tig
driehonderdenzevenentachtig
- "387", langere vorm van driehonderdzevenentachtig, driehonderd plus zevenentachtig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft driehonderdenzevenentachtig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenzevenentachtig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- driehonderdzevenentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdenzevenentachtig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenzevenentachtig" ht als linkerdeel
- Het woord 'driehonderdenzevenentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)