driehonderdenvier
0 | 3 | 0 | 4 |
driehonderdenvier,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: driehonderdenvier (hulp, bestand)
- IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈvir / (5 lettergrepen)
- drie·hon·derd·en·vier
- samenstellende samenstelling van driehonderd ht, en vw en vier ht
driehonderdenvier
- "304", langere vorm van driehonderdvier, driehonderd plus vier
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft driehonderdenvier euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenvier.
- om een hoeveelheid aan te geven
- driehonderdvier (deze kortere vorm wordt meer gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenvier" ht als linkerdeel
- Het woord 'driehonderdenvier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)