driehonderdentweeënzestig

Nederlands

0	3	6	2

driehonderdentweeënzestig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  driehonderdentweeënzestig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈtwejənˌsɛstəx / (8 lettergrepen)

Woordafbreking

• drie·hon·derd·en·tweeën·zes·tig, drie·hon·derd·en·twee·en·zes·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  driehonderd ht,   en vw  en  tweeënzestig ht 

Hoofdtelwoord

driehonderdentweeënzestig

1. "362", langere vorm van driehonderdtweeënzestig, driehonderd plus tweeënzestig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft driehonderdentweeënzestig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdentweeënzestig. 

Synoniemen

• driehonderdtweeënzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdentweeënzestig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• driehonderdentweeënzestigste

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdentweeënzestig" ht als linkerdeel

• driehonderdentweeënzestigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'driehonderdentweeënzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.