Nederlands

 
draperie
Uitspraak
Woordafbreking
  • dra·pe·rie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord draperie draperieën
verkleinwoord draperietje draperietjes

Zelfstandig naamwoord

de draperiev

  1. (kleding) hangende stoffen die dienen als versiering
    • De boodschap van Emporio, de winkel in de Amsterdamse PC Hooftstraat vier volgende maand het 15-jarig bestaan, is jong. En dus showden jonge meisjes met warrig haar en schuifspeldjes strakke truitjes en korte rokjes. Ingenieus en nodeloos ingewikkeld, waren jurkjes die door rommelige draperieën vorm kregen. Giorgio, zelf een goede zeventiger kwam na afloop van de show de catwalk op in een strak blauw truitje, spijkerbroek en gympen. Simpel en…jong. [3] 
    • Broer MANFRED BOCKELMANN (Udo’s echte familienaam) kwam met het idee van de vleugel met gebeeldhouwde draperieën van 1.80 bij 1.50 meter. Een meter hoog en 6000 kilo zwaar. Kosten: minstens 75.000 euro. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen