Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dra·ma·les
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dramales dramalessen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dramalesv / m

  1. een les waarin men leert toneelspelen
    • Ik gaf dramales op scholen, deed de opleiding voor danstherapeut en maakte met scholieren een film over hun toekomstdromen. [1] 
    • Begeleidster Willeke Talen: "Ik gaf twee uurtjes dramales aan de groepen 3 tot en met 8 op de oude locatie. Dit was ook een buitenschoolse activiteit. Het is mooi om te zien dat deze lessen nu breder zijn getrokken en zijn aangesloten bij de rest van het onderwijs. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen