draaideurpatiënt
- draai·deur·pa·ti·ent
- samenstelling van draaideur zn en patiënt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | draaideurpatiënt | draaideurpatiënten |
verkleinwoord | draaideurpatiëntje | draaideurpatiëntjes |
de draaideurpatiënt m
- (medisch) persoon die nadat hij of zij ontslagen is snel weer wordt opgenomen in een (psychiatrisch)ziekenhuis
- Het woord 'draaideurpatiënt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.