• down·sizet
vervoeging van
downsizen

downsizet

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van downsizen
    • Jij downsizet. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van downsizen
    • Hij downsizet. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van downsizen
    • Downsizet!