doorschoot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: doorschoot (hulp, bestand)
Woordafbreking
- door·schoot
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorschieten |
doorschoot
- enkelvoud verleden tijd van doorschieten
- Ik doorschoot.
- Jij doorschoot.
- Hij, zij, het doorschoot.
- Ik doorschoot.
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorschieten |
doorschoot
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorschieten
- ... dat ik doorschoot.
- ... dat jij doorschoot.
- ... dat hij, zij, het doorschoot.
- ... dat ik doorschoot.