Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·gangs·weg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doorgangsweg doorgangswegen
verkleinwoord doorgangsweggetje doorgangsweggetjes

Zelfstandig naamwoord

de doorgangswegm

  1. (verkeer) een weg door een dorp of wijk, die door het verkeer gebruikt wordt als verbindingsweg naar een andere bestemming
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid