donorpaspoort
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- do·nor·pas·poort
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van donor en paspoort [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | donorpaspoort | donorpaspoorten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het donorpaspoort o
- verklaring waarin alle genetische gegevens van een verder anonieme donorvader zijn vastgelegd
Gangbaarheid
- Het woord donorpaspoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.