een nier die bij iemand geïmplanteerd wordt die lijdt aan nierfalen en die gegeven wordt door een levende of overleden donor
Het onderzoek richt zich specifiek op ouderen boven de 65 jaar, aangezien bij hen de nood het hoogst is. Door de vergrijzing komt niertransplantatie bij senioren steeds vaker voor. 65plussers komen weliswaar sneller in aanmerking voor een donornier via een speciaal Europees programma dat oudere ontvangers koppelt aan de nieren van overleden 65plussers, maar deze organen werken minder goed dan die van jongeren en lopen eerder schade op tijdens de transplantatie. [1]
De nieren van Eric Menger werkten op den duur nog maar voor een griezelige tien procent. Hij had het altijd koud, was altijd moe en had zo veel klachten, dat hij tot zijn grote frustratie moest stoppen met werken. Hij zou op de wachtlijst worden geplaatst voor een donornier, maar die wachttijd is zo lang dat het nog maar de vraag was of hij dat zou gaan redden. [2]
,,Ik ben nu 62 jaar en ga richting de leeftijd waarop mijn vader stierf. Hij heeft geen donornier gekregen. Hij is al 25 jaar weg. Met het transplanteren van een nier van levende donors worden tegenwoordig goede resultaten behaald. De kans op succes is dus groot. Met de nier van Dick zou ik zomaar oud kunnen worden.’’ [3]
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
